Twee maal per jaar is er de titanenstrijd tussen de broers Bertus en Dinant van Beek.
Deze beladen schaakwedstrijd heeft altijd iets extra’s. Dinant had deze ontmoeting de witte stukken en kon dus de opening bepalen. Bertus speelde iets te voorzichtig in de opening en kwam direct onder druk te staan. Dinant bleef nauwkeurig spelen won een paard tegen twee pionnen, maar Bertus was taai, het liep al tegen twaalven voor dat Bertus zijn Koning omlegde. Over een half jaar krijgt Bertus zijn revanche . Clubkampioen Ton van Oijen won van Teun Scheurwater. Het was een echte Ton van Oijen partij, met veel geduld drukte Ton zijn tegenstander van het bord en won zonder Teun ook maar een kans te gunnen. De topwedstrijd was die tussen Bas van Beek en Jan Scheperman, echt een partij zoals schaken ooit vijfduizend jaar geleden bedacht is. Als je achter het bord stond en naar de stelling keek kan ik me voorstellen dat je spoken gaat zien. Jan offerde zijn paard op voor dodelijke aanval op de Bas zijn Koning dat helaas totaal verkeerd uitpakte en Jan kon na twintig zetten opgeven. Erik Gervedink-Nijhuis en Gerrit Luggenhorst waren snel klaar. In een slappe partij waar geen van beiden risico’s wilden nemen werd het dan ook snel remise. Theo van Lindenberg komt steeds beter in vorm. In zijn partij tegen Piet Ypma had hij de betere stelling maar in een dreigende tijdnood besloot hij toch maar genoegen te nemen met remise